Makke schapen zonder moraal

In zijn boek Makke schapen – over volgzame burgers en vluchtige politiek (uitg. Bert Bakker, 2012) geeft Paul Kalma een goed overzicht van de problemen van de sociaaldemocratie. Maar het lukt hem niet om moreel tegengas te geven, en hij onderschat het gevaar van rechts.

Er lopen drie ideeën door Makke Schapen heen. Allereerst: hoe de ontwikkeling van de vrijemarktideologie het maatschappelijk contract ontbonden heeft. Ten tweede: hoe deze vrijemarkt-ideologie een verwoestend effect gehad heeft op de middenpartijen, zowel sociaaldemocraten als christendemocraten

Het derde idee, door het hele boek terugkomt, is dat de eerste twee ontwikkelingen verantwoordelijk zijn voor uitholling van de politiek. Doordat er geen vraagtekens bij rechtse economische waarheden gezet mogen worden, en doordat de burger verteld wordt dat hij persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn geluk, heeft de kiezer weinig meer van politiek te verwachten. Hierdoor is politiek afgezakt tot een discussie over de plaatsing van verkeersborden. Kalma schrijft:

“Zo is een vicieuze cirkel gecreëerd die moeilijk te doorbreken valt. De depolitisering van sociaaleconomisch beleid heeft de politieke apathie doen toenemen. En dat past weer naadloos in de agenda van diegenen die een actieve, zelfbewuste overheid nog verder willen terugdringen. Hoe meer de politiek burgers op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreekt, hoe minder belangrijk zij die politiek gaan vinden”.

Kalma’s oplossing is het verbinden van economische politiek en moraal. Door economische en sociale gelijkheid niet alleen als economisch verstandig maar ook als moreel juist te presenteren kunnen we haar electoraal aantrekkelijk maken. Bovendien kunnen we zo economisch-links en progressief-links bijeen houden.

Bij het gebruik van moraal ligt een van de zwakke punten van het boek. Hoewel hij op abstract niveau het belang van moraal erkent, wordt te weinig inhoud gegeven aan wat deze moraal zou moeten zijn. Kalma zegt zelf dat sociaaldemocratie begint met “verwondering, verontwaardiging, verantwoordelijkheid” en het laatste hoofdstuk heeft als titel “Indignez-vous!” (maak u boos!), maar Kalma geeft ons gedurende de rest van het boek te weinig om ons boos over te maken.

Een andere zwakte is dat hij het gevaar van rechts niet voldoende onderkent. Rechts spreekt (voor veel mensen) niet alleen overtuigende economische taal, maar ook morele taal. Bijvoorbeeld: in een systeem waarin rijkdom een deugd is (greed is good), is armoede automatisch slecht. Morele argumenten (‘van de staat afhankelijk zijn maakt je zwak’) spelen een grote rol in het uitkleden van de verzorgingsstaat. Deze analyse moet centraal staan in iedere poging om dat tij te keren.

Wat er gebeurt als we dit gevaar negeren, kunnen we aan de VS zien. Dat land zou de nachtmerrie van Paul Kalma moeten zijn: economie en moraal zijn volledig los geraakt, en alle proteststemmen gaan naar de rechtervleugel van de Republikeinen.

Thomas Frank zegt daarover in zijn boek What’s the matter with Kansas: “Out here [in Kansas], the gravity of discontent pulls in one direction: to the right, to the right, farther to the right. Strip today’s Kansans of their job security, and they go out to become registered republicans. (…) The state is in arms. It’s just that the arms are pointing away from the culprit.”.

 Kalma heeft een boek geschreven dat een goede aanzet geeft tot een sociaaldemocratie met een onafhankelijke manier van denken. Het is de taak van ons allemaal om de gaten die hij heeft laten vallen in te vullen.

Be the first to comment on "Makke schapen zonder moraal"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*