Tegen de promotiestudent

Opnieuw is het onzalige plan opgedoken om van promovendi bursaalstudenten te maken. Minister Bussemaker heeft een Algemene Maatregel van Bestuur naar de Kamer gestuurd, waardoor 2000 promovendi aangesteld zullen worden die geen werknemer zijn, maar student. Men noemt dit een experiment. Deze promovendi zullen geen werknemersrechten hebben: geen WW, geen verzekering voor arbeidsongeschiktheid, geen zwangerschapsverlof: niks.

De minister heeft het lef om te claimen dat de maatregelen goed zullen zijn voor de promovendi. Die claim is op twee dingen gebaseerd: allereerst denkt ze dat promovendi meer vrijheid in hun onderwerpkeuze zullen krijgen. Ten tweede krijgen promovendi het formele recht op onderwijs, omdat ze nu studenten zijn.

Dat de minister gelooft dat student-zijn de promotie beter gaat maken toont aan dat ze geen flauw benul heeft waar een promotietraject werkelijk over gaat: het is een meester-gezelrelatie. Het onderwerp van een promotie wordt niet van te voren vastgesteld, dat groeit in samenspraak tussen promovendus en promotor. Van een formeel recht op onderwijs wordt een promovendus geen haar beter omdat een promotie niet over formeel onderwijs gaat: het gaat over het overdragen van vaardigheden en van academisch redeneren, en dat kun je alleen maar leren als je samen aan een probleem werkt. Werk, dus.

Daar komt nog bovenop dat het voorstel een belangrijk principe schendt: gelijk loon voor gelijk werk. Promovendi hebben een meer dan voltijdbaan, waar gewoon de volledige rechten van een werknemer tegenover horen te staan. Het argument dat ze nog in training zijn snijdt geen hout: dat geldt voor iedereen in de eerste paar jaar van je carriere. Het is logisch dat je minder presteert in je eerste jaar van je promotie dan iemand die al tien jaar onderzoek doet, maar dat wordt gewoon gereflecteerd in je salaris, net zoals bij iedere andere baan. Een studentstatus slaat daarom nergens op.

Nederland heeft een uitstekend wetenschappelijk klimaat. In veel vakgebieden doen we mee in de absolute wereldtop. Een van de redenen daarvoor is dat we goede promovendi uit heel de wereld aan kunnen trekken, en dat komt deels weer door onze goede arbeidsvoorwaarden. De enige reden om dit plan door te drukken is dat het goedkoper is voor de universiteiten. En die rekening komt direct bij de promovendus terecht: hoewel hij wel hetzelfde nettoloon krijgt, moet hij wel zelf sparen voor na zijn promotie (want geen WW) en moet hij zelf z’n verzekeringen regelen. Bovendien is de minister van plan hem collegegeld te laten betalen. En dan gaat het niet alleen om salaris. Voor een succesvolle promotie is ook ondersteuning nodig, en bijvoorbeeld reisbudget om conferenties bij te wonen. De ervaring met eerdere experimenten met halfbakken promovendi is dat het juist dat soort dingen zijn die in de knel komen.

Kortom: het idee van bursaalpromovendi is onrechtvaardig, onverstandig, en zal de Nederlandse wetenschap schade doen. Daarom is Actiegroep Promotiestudent een petitie gestart, toen de plannen van Bussemaker in 2013 voor het eerst publiek bekend werden. Deze petitie gaat door, ook nu de AMVB bij de Tweede Kamer ligt. Teken hem hier, en laat Bussemaker weten wat je van haar plannen vindt!

1 Comment on "Tegen de promotiestudent"

  1. Promovendi hebben in deze een heel andere status dan studenten die nog een studie dienen af te ronden. Als sommige afgestudeerden gevraagd worden om te gaan promoveren is dit vaak omdat een bepaald onderzoek en de verdieping daarvan in opdracht is van een universiteit. Met een bijbehorend budget waaruit promovendi betaald worden. Er ontstaat een werkgever-werknemer verhouding, daar mag niet aan getornd worden

Leave a Reply to Ada gloerich Cancel reply

Your email address will not be published.


*