24 mei 1899 – Suzanne Lenglen geboren

Vandaag is Roland-Garros weer begonnen. De naamgever van het toernooi was een oorlogsheld en geen tennisheld, maar de voorzitter van het Stade Français was een vriend en studiegenoot van de gesneuvelde gevechtspiloot eiste in 1927 dat het toernooi naar hem genoemd zou worden. De heren spelen om de Coupe des Mousquetaires, ook niet echt tennisgerelateerd. Alleen bij de dames is de trofee genoemd naar een tennisheld: zij spelen om de Coupe Suzanne-Lenglen. Suzanne Lenglen werd groot in een tijd dat er wel sporten waren voor vrouwen, maar echt hartelijk ging het nog niet (niet alle landen waren zo beschaafd als Friesland).  Het verhaal van Lenglen is deels te vergelijken met dat van zoveel huidige spelers en speelsters: al toen zij zeer jong was werd ze door haar ouders gedwongen te trainen, te trainen en nog eens te trainen. Ze werd gepusht, vernederd en alleen geprezen als ze won. Ze was daardoor niet de meest stabiele speelster die rondliep op de tennisvelden. Maar Lenglen was meer dan dat: ze was een flapper girl die de moraal van de tijd aan haar laars lapte. Ze speelde als een man, dronk cognac tijdens de wedstrijd (deels om haar zenuwen in bedwang te houden), rookte als een schoorsteen, had kort haar en droeg onfatsoenlijk korte rokken. En ze danste over het veld en won bijna iedere wedstrijd die ze speelde.

Toevallig is het vandaag ook de geboortedag van koningin Victoria van Engeland. En ondanks dat er een vrouw op de troon zat, was de emancipatie van de 19e eeuw niet wat wij daar vandaag de dag van verwachten. Emancipatie betekent het streven naar een volwaardig plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie. De perfecte vrouw in die tijd was een huisvrouw die thuis zat en zich bezig hield met muziek, poëzie en handwerken. Maar dit ideaal was alleen bereikbaar voor de bovenste klasse (er is een reisdagboek van een 18e eeuwse Arabische diplomaat – ik ben zijn naam helaas vergeten – die op reis was door Engeland en daar ook thuiskwam bij de upper class. Hij schreef dat de Arabieren nog veel van de Britten konden leren, omdat zij hun vrouwen pas echt goed in toom wisten te houden. Ze mochten niets en schikten zich ook nog eens gedwee in hun lot). De meeste gezinnen konden het zich niet veroorloven om vrouwen thuis te houden en daar werkte mannen, vrouwen en vaak kinderen. In de 19e eeuw was er een enorme economische boom en kwam er een hogere middenklasse op. Niet alleen werd kinderarbeid steeds meer aan banden gelegd, veel gezinnen konden het zich ook veroorloven om met 1 inkomen rond te komen. Steeds meer vrouwen werden huisvrouw en besteedden hun dagen met voor de kinderen zorgen, handwerken en binnen zitten.

Om toch vooral het verschil in stand te houden tussen de middenklasse en de elite werd het steeds gebruikelijker voor de vrouwen van de bovenklasse om zich bezig te houden met dure hobby’s. En omdat georganiseerde sporten in opmars waren, waagden ook steeds meer vrouwen zich aan een spelletje. Maar het bleef vaak bij een spelletje, want het moest er wel betamelijk uitzien. Dames speelden dan ook niet in sportkleren, maar in hun eigen kleren: hoed, korset met daaroverheen een blouse, rokken tot over de enkel met daaronder meerdere petticoats. De mode was een wespentaille en de korsetten waren dusdanig ingesnoerd dat er nauwelijks ruimte overbleef om in te ademen, laat staan om bovenhands te serveren. Dames serveerden dan ook onderhands, bleven vooral achter de baseline en speelden liefst met de forehand. Hoewel er sinds 1881 damestoernooien werden georganiseerd in Groot-Brittannië (bij de All England Lawn Tennis & Croquet Club vanaf 1884) bleef het lang een hobby voor dames en geen volwaardige sport.

De vader van Suzanne Lenglen was een rijk zakenman en omdat zijn dochter astmatisch was leek het hem in 1910 een goed idee om haar aan te laten sterken door sport. Ze bleek aanleg te hebben voor tennis, maar haar vader vond het vrouwentennis niet bij haar passen. Hij pakte het grondig aan en liet haar trainen als een man en spelen tegen mannen. Vaak pushte hij haar ver voorbij haar grenzen, maar als ze instortte, verloor of niet doorging snauwden hij en haar moeder haar af en werd ze voor schut gezet. Alleen als ze braaf deed wat haar gezegd was en won werd ze geprezen. Als haar vader merkte dat ze zenuwachtig was gaf hij haar cognac. In 1914 won ze als meisje van 15 haar eerste landstitel in Frankrijk: zonder korset, met een rok ruim boven de enkels en met snoeiharde bovenhandse service. Op dat moment was Wimbledon het officieuze wereldkampioenschap en iedereen in Frankrijk hoopte dat hun Suzanne die Britten later dat jaar voor schut zou zetten. Maar haar vader vond het te vroeg, omdat de Engelse competitie veel zwaarder was en zijn dochter nog nooit op gras had gespeeld. Daarna brak de Eerste Wereldoorlog uit en lag de competitie in zowel Groot-Brittannië als Frankrijk stil.

In 1919 werd Wimbledon weer voor het eerste georganiseerd en Langlen, nu in de kracht van haar leven, schitterde. Ze won al haar wedstrijden, verloor bijna geen set en werd de eerste niet-Engelstalige winnares. Het was de eerste van 5 Wimbledontitels. In die tijd was de winnaar van het vorige jaar automatisch geplaatst voor de finale en de andere deelneemsters streden om de andere plek. Langlen veranderde dat in 1922 door te eisen dat ze gewoon het hele toernooi mocht spelen. Sowieso was ze een opvallende speelster. Haar tegenstanders waren vaak bang voor haar. Ze vocht voor ieder punt en kon over de rooie gaan als het niet goed ging (en dat in een tijd dat de ouders van John McEnroe nog niet geboren waren). Met enige regelmaat belandden haar rackets in het net als ze ze weer uit frustratie weggooide. Maar het publiek adoreerde haar en in Frankrijk werd ze gezien als een nieuwe Jeanne D’Arc en een prototype van de moderne vrouw die wist wat ze wilde. Maar eigenlijk wist ze dat helemaal niet, want ze werd nog steeds kort gehouden door haar ouders. Eén van de weinige keren dat ze tegen de wens van haar vader inging was toen ze naar de Verenigde Staten trok voor demonstratiewedstrijden. Ze was ziek tijdens de bootreis en bleek later kinkhoest te hebben. In de VS aangekomen bleek dat ze zonder haar toestemming was ingeschreven voor de US Open. Ze wilde niet, maar gaf toe aan de druk. Tijdens haar eerste wedstrijd kreeg ze zo’n afschuwelijke hoestbui dat ze niet verder kon en onder luid boegeroep vertrok ze.

Het was één van de weinige nederlagen in haar carrière. In totaal won ze 97,99% van al haar wedstrijden. In februari 1926 speelde ze in Cannes een wedstrijd tegen het opkomende Amerikaanse talent Helen Wills (20). Het werd een enorme mediahype, vergelijkbaar met the Rumble in the Jungle tussen Mohammed Ali en George Foreman in 1974. Het stadion was uitverkocht, mensen met ramen die op het stadion uitkeken verhuurden hun vensterbanken voor hoge bedragen en beroemdheden, inclusief koninklijke hoogheden, stonden in de rij. Lenglen won op het nippertje. Vanaf 1927 was Helen Wills de onverslaanbare vrouw. Lenglen wist zeker dat ze een volgende wedstrijd niet zou winnen en ontliep Wills zoveel mogelijk. Tijdens het Franse open kampioenschap werd Wills getroffen door een acute blindedarmontsteking, waardoor ze de rest van het seizoen uitgeschakeld was. Lenglen had dus niets van haar te vrezen tijdens Wimbledon, maar door een miscommunicatie dacht ze dat haar wedstrijd later zou beginnen. Toen ze het veld opkwam bleek koningin Mary al een half uur te wachten, Lenglen viel bijna flauw van ellende en trok zich terug uit het toernooi.

Ze besloot om professioneel te gaan spelen, maar dat betekende dat ze niet meer mee mocht doen aan de grand slamtoernoeien als Wimbledon en de US Open: alle toernooien waren alleen toegankelijk voor amateurs. Lenglen sloeg terug in interviews, ze vroeg zich openlijk af waarom tennissers moesten strijden voor de portemonnee van de toernooidirecteuren. Ze stelde dat het tennis miljoenen aan  haar verdiend had, terwijl zij inschrijfgeld moest betalen om alsjeblieft mee te mogen doen. In haar hele leven had ze alleen geld verdiend naast het tennis (bijvoorbeeld door opdrachten van kranten om over tennis te schrijven), niet door te tennissen. Als ze doorging met spelen zou ze haar hele leven arm blijven. Ze waarschuwde de tenniswereld dat ze de boot zouden missen als ze het systeem niet aan zouden passen, omdat tennis op deze manier alleen een sport voor de rijken zou blijven. Wat haar betreft was er een grote groep getalenteerde jongeren die nooit kansen zouden krijgen doordat ze niet de juiste achternaam hadden. En voor mensen als zij, betekende het dat ze nooit vrij en onafhankelijk kon worden van haar familie omdat ze zich door hen moest laten onderhouden. Ze noemde haar keuze voor professioneel tennis dan ook een vlucht uit slavernij. Het zal één van de redenen zijn geweest dat de All England Club haar erelidmaatschap introk.

Ze begon voor geld te spelen in de VS en Canada, maar door ziekte moest ze al snel opgeven. Het avontuur werd een mislukking door slechte organisatie en uiteindelijk vroeg ze of ze haar status als amateur weer terug kon krijgen. Dat werd geweigerd door de gegriefde toernooidirecteuren. In 1927, hetzelfde jaar dat Roland-Garros werd opgericht, ging ze met pensioen. In 1933 begon ze een tennisschool naast het complex van dat toernooi, waar ze de getalenteerde kinderen zonder chique achternaam een kans gaf. In 1938 werd bij haar leukemie vastgesteld. Na een mislukte bloedtransfusie werd ze blind en uiteindelijk stierf ze 3 weken later, 39 jaar oud. In een wereld waar sporten voor vrouwen weinig publiek trok werd zij de grote ster. Zelfs bij toernooien waar ook mannenwedstrijden op het programma stonden was zij de grote ster. Ze was flamboyant, excentriek, gepassioneerd en briljant. Door Suzanne Lenglen kwam er interesse in vrouwensport en zij was één van de eersten die het wereldje van de upperclass open probeerde te breken door talent een kans te geven. En hoewel Lenglen inmiddels door Wimbledon is erkend als één van de vijf grootste kampioenen duurde het tot 1978 voor ze opgenomen werd in de International Tennis Hall of Fame (opgericht in 1954). Blijkbaar heeft ze toch tegen te veel schenen geschopt.

Be the first to comment on "24 mei 1899 – Suzanne Lenglen geboren"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*