Drie mythes over het Britse referendum

Mythe: Britten zijn speciaal Eurosceptisch

Het is absoluut waar dat Britten Eurosceptisch zijn, maar niet in uitzonderlijke mate. De EU meet ieder half jaar hoe het publiek in alle lidstaten over Europa denkt. Als je die cijfers er bij pakt, dan zie je dat de Britten maar net iets negatiever over Europa zijn dan de Nederlanders. In beide landen is ongeveer een derde van de bevolking positief over de EU, een derde negatief, en een derde neutraal. Enig opvallend verschil is dat in Nederland 4% zeer negatief is over de EU, en in VK 10%.

Als je naar andere landen kijkt, wordt nog veel sterker duidelijk wat een normaal Europees land het VK eigenlijk is. Het staat qua euroscepsis onder Oostenrijk, Cyprus, Griekenland en Tsjechie, allemaal fatsoenlijke Eauropese landen.

Waarom zijn het dan toch de Britten die een referendum houden? Dat heeft veel te maken met de lokale omstandigheden. Cameron heeft telkens geregeerd op een zwakke basis. In zijn eerste kabinet was hij in coalitie met de Lib Dems, wat hier als problematisch geldt. Hij werd herverkozen met een nipte meerderheid. Om zijn positie te versterken heeft Cameron zich herhaaldelijk direct naar het volk gericht: eerst over het aanpassen van het kiesstelsel, toen over de Schotse onafhankelijkheid, en nu over de EU. Die referenda waren erop gericht om zijn concurrenten onschadelijk te maken, respectievelijk de Lib Dems, de Schotse Nationalisten en UKIP.

Mythe: Britten zijn slechte Europeanen

Er heerst een mythe dat Britten graag dwarsliggen in Europa. Dat is waar – maar voor de bühne. In de praktijk is het omgekeerde vaak het geval. Het Verenigd Koninkrijk heeft er een handje van om Europese regels veel te star door te voeren. De Britten missen op de een of andere manier het gevoel om te weten wanneer de soep niet zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend. Daardoor ontstaat bij de Britten het idee dat zij de enigen zijn die zich netjes aan de regels houden. Je ziet dat mooi in de landbouw. Veel Britse boeren zijn pro-Brexit, omdat ze boos zijn op de regelgeving die uit Westminster komt.

Ook hier onpopulaire maatregelen graag verdedigd met ‘moet van Europa’. Dat andere landen veel minder fanatiek zijn in het implementeren van EU-directieven zet kwaad bloed. In de jaren ’90 nam de Labour-regering een heel stel Europese regels op in de Britse wet, op gebieden als werknemersbescherming. De enige reden waarom de Britten een werkweek met vaste tijden kennen (48 uur) is omdat het European Working Time Directive zegt dat dat moet. Omdat de Britten daarvoor minder werknemersbescherming hadden, is Europa meer in het debat aanwezig.

Bovendien vergeten we vaak dat het Britse anti-EU-sentiment een tegenhanger had in anti-Brits sentiment op het continent. Zes jaar na de oprichting van de EEG wilden de Britten lid worden, maar dat mocht niet van de Gaulle. Hetzelfde gebeurde met de Euro: de Britten waren netjes lid van de ERM, een systeem waarbij de wisselkoersen vastgehouden werden als opmaat voor de Euro en daarmee lagen ze dus op koers om zich bij die munt aan te sluiten. In 1992 werden ze door George Soros uit dat mechanisme gespeculeerd, wat ze 3.4 miljard pond gekost heeft. Deelname aan de Euro is daarna nooit meer echt een optie geweest.

Een ander prachtig voorbeeld van de volstrekt onderbelichte Britse behoefte om voorop te lopen in Europa was de toetreding van Polen. De Britten kozen er als enigen voor om meteen vrije vestiging toe te staan. Ieder ander land koos ervoor om de grenzen een tijdje dicht te houden. Gevolg: alle Polen die konden, vertrokken naar Engeland. Zo krijgt Europa de schuld van een specifiek Britse beslissing.

Mythe: Brexit wordt gedreven door nostalgie

De Britten zijn niet voor Brexit uit gevoel van sterkte, maar uit een gevoel van zwakte. De hele tweede helft van de 20e eeuw heeft de Britten ingepeperd dat ze als wereldmacht niets meer voorstellen. Britten houden ervan om aan hun eiland te refereren als ‘klein en regenachtig’ en daar zit meer achter dan valse bescheidenheid. In het VK wonen 15 miljoen mensen minder dan in Duitsland, en met de rest van Europa erbij is het helemaal niet te vergelijken. Dat weten de Britten, en het bijbehorende Calimerocomplex zit diep.

Bovendien zijn veel Britse steden het vertrek van de industrie nooit echt te boven gekomen. Als er al economische groei was, dan was dat in Londen, waar een financiele boom gaande was. Vergeet niet: in Groot-Britannie is echte armoede. Scheurbuik, Rachitis en andere voedingsziektes zijn in dit land gewoon een ding. Je kunt het brexit-kamp daarom het beste vergelijken met Trump. De redenering is: we worden door iedereen genaaid, dus laten we ons op onszelf terugtrekken en een zo hoog mogelijke muur om onze groep optrekken. En natuurlijk, er bestaat een groep die gelooft dat Brexit zal leiden tot een economische wederopstanding, maar die mensen worden nauwelijks geloofd. Als je economie belangrijk vind, dan zit je statistisch gezien in het Blijven-kamp. Het is een noodsprong, geen nostalgie.

 

 

4 Comments on "Drie mythes over het Britse referendum"

  1. Ik denk dat dit BBC artikel meer naar waarheid is en daarbij beter onderbouwd;
    http://www.bbc.co.uk/news/uk-politics-26515129

    • Twee dingen:

      1) Omdat er zo’n gekke switch van posities halverwege zit, hoor je bijna nooit waat over de periode voor Thatcher’s premierschap. Het is in een politiek debat nooit handig om toe te geven dat je 180 graden gedraaid bent, en dat wilde ik met dit stuk rechtzetten.

      2) We vergeten ook heel vaak dat de wrijving van twee kanten kwam, met name in de jaren 70. Ook dat wilde ik met dit stuk rechtzetten, omdat we daar in Nederland nooit wat over horen.

      We hebben in Nederland het beeld van Labour als een soort PvdA die automatisch voor europa is, en de Conservatieven als een soort VVD/PVV combo die vooral tegen is, en we hebben het beeld dat dat altijd zo geweest is. Dat is incorrect.

  2. Of dit artikel van het ‘Institute for Cultural Diplomacy’
    in Berlijn uit alweer 2010;
    http://www.culturaldiplomacy.org/pdf/case-studies/cs-bojana-perisic.pdf

  3. Lezenswaardig. Alleen de een na laatste alinea is voor mij nieuws. De televisie voedt de mensen al jaren zo nationalistisch mogelijk op en de commercie maakt gretig gebruik van de union jack als kwaliteitszegel.

    Europa wordt door de Britten gezien als de plek waar ziektes en ander kwaad vandaan komen. Niet alleen in de agrarische sector. Er wordt over het continent gesproken als Europe, alsof zij daar geen deel van uitmaken als eiland.

    Het zit verankerd in de taal. Wat hier kakkerlak heet noemen ze daar ‘German cockroach’.
    Like · Reply · Just now

Leave a comment

Your email address will not be published.


*