Waar blijft de Wilders-meltdown?

De Trump-campagne is nu echt aan het instorten. Hoewel zijn uitspraken pro verkrachting zich voorlopig nog niet vertalen in verschuivende peilingen, belooft de stormloop van republikeinse prominenten niet veel goeds. Trump staat achter, heeft altijd achter gestaan, en de kans dat hij die achterstand nog in gaat halen wordt met de dag kleiner. Zijn eigen partij heeft hem opgegeven: ze richten zich op de gelijktijdige congresverkiezigen en op het daarmee beperken van de schade. Kortom: de Trump-campagne is in full meltdown.

We moeten niet onderschatten in hoeverre de media daarin een rol gespeeld hebben. Consequent hebben zij Trump achternagezeten met lastige vragen: die muur, hoe gaat die dan gebouwd worden? Hoeveel gaat-ie kosten? Moslims weren aan de grens en alleen christenen toelaten – wilt u een religieus quizje invoeren bij de douane? Dat zakenimperium waar u prat op gaat, hoe lekker liep dat eigenlijk? Kortom: de media hebben Trump doorgezaagd totdat hij ontmaskerd werd als leugenaar en fantast.

Ik kan niet wachten totdat iemand hetzelfde zal doen bij Wilders. En hij verdient het ook: zijn voorstellen zijn net zo onzinnig als die van Trump. Hoe ziet Wilders een Koran-politie voor zich? En dat deporteren van moslims, gaan we dat doen met treinen of met vliegtuigen? En oh ja, hoe zit het met zijn banden met Poetin? Of met Israel?

En voordat een of ander rechtsgekkie nu gaat roepen dat je het wel op Wilders gemunt moet hebben om deze vragen gesteld te willen zien: nee, natuurlijk niet. Wilders staat bovenaan in de peilingen. Hij staat met een voet in het Torentje. De journalistiek zou in zijn plicht falen als ze hem niet veel scherper bevragen te worden dan tot nu toe gebeurt.

De Nederlandse journalistiek weigert echter consequent dat te doen. Waarom? Deels is dit door kortzichtig moralisme, waarin de zaak afgedaan is door Wilders verwerpelijk of onrechtsstatelijk te noemen. Het viel me op hoe vaak de Amerikaanse media de overduidelijke verwerpelijkheid van Trump’s plannen negeerden, en gewoon de praktische vragen stelden: hoe wilt u ons verdrag over het gebruik van de Rio Grande met Mexico handhaven, als we een muur op de oever van de grensrivier gaan bouwen? In een situatie waarin politieke voorstellen vooral gedaan worden om jezelf eens flink profiel te geven is dat misschien wel een veel betere aanpak.

Het andere grote verschil is het gevoel van urgentie. Amerika heeft een krap jaar moeten leven met hun imitatie-karnavals-Mussolini, die stoerejongenspraat gebruikt om zich groter voor te doen dan hij is. Daar staan de kranten nu vol met de bewering dat het land nooit meer hetzelfde zal zijn, dat Trump jaren van vooruitgang teruggedraaid heeft, en dat het tijden zal duren voordat de door Trump geslagen wonden geheeld zijn. Wij hebben er al een dik decennium Wilders, en we schijnen het wel prima te vinden. We vergoelijken het wat – ach hij bedoelt het niet zo -, we veroordelen het, en ondertussen gaan we vrolijk verder. Amerika begrijpt hoe fragiel democratie is, als je leugenaars ruim baan geeft – en Wilders is een leugenaar.

Bovendien heeft de Amerikaanse pers ook iets aan zijn werkwijze veranderd. De hoeveelheid factchecking werd opgeschroefd. Moderatoren in debatten traden actiever op. En niet onbelangrijk: op een zeker moment paste de media ervoor om nog meer leugens van Trump af te drukken. In september claimde Trump dat Hilary Clinton het gerucht begonnen was dat Obama in Kenya geboren was, en dat hij het land een dienst had bewezen had door het tot de bodem uit te zoeken. De New York Times weigerde deze persconferentie in het gebruikelijke ‘he said-she said’-formaat te verslaan, en noemde het op de voorpagina wat het was: een leugen.

Deze ontwikkelingen zijn de moeite van het volgen waard. Charlatans van allerlei soort hebben geleerd hoe ze misbruik moeten maken van de manier waarop de media opereert. Denk aan het klassieke voorbeeld van klimaatverandering: als jij een wetenschapper kunt vinden die tegen is, dan zeggen de journalistieke gewoontes dat die evenveel aandacht moet krijgen als de honderdduizend wetenschappers die van het tegendeel overtuigd zijn. Trump heeft die methode geperfectioneerd: via trucs zoals het aanhalen van anonieme bronnen (van het stramien: ‘mensen zeggen dat Obama een moslim is’) weet hij precies de media te laten schrijven wat hij wil, zonder daar ooit in formeel journalistiek-technische zin verantwoordelijk voor te zijn.

De Amerikaanse journalistiek heeft in de afgelopen maanden z’n werk gedaan: ze hebben aangeschopt tegen de macht, en die macht bleek daar niet tegen te kunnen. Als je in Nederland hetzelfde zou doen, zou het met wilders snel afgelopen zijn. Die Wilders-meltdown komt er vanzelf wel, als de media hun werk maar doen.

Wilt u de macht bevragen? Steun mij dan op Patreon.

Be the first to comment on "Waar blijft de Wilders-meltdown?"

Leave a comment

Your email address will not be published.


*