De blunders van Sid Lukkassen

Van sommige mensen met een doctorstitel vraag je je af hoe zo daar ooit aan gekomen zijn. Sid Lukkassen is er zo een. Een recent stuk over de controverse rond het Mauritshuis staat zo vol feitelijke onjuistheden dat een eerstejaars zich er voor zou moeten schamen. Als klap op de vuurpijl begaat hij de moeder van alle redeneerfouten. En zo iemand gaat op rechts door voor groot denker!

Het stuk van Lukkassen gaat over de recente controverse rondom de verplaatsing van een buste van Johan Maurits. Lukkassen betoogt dat de verplaatsing van de buste bewijs is voor de invloed van marxisten op onze maatschappij. Zijn redenering is ongeveer als volgt: Marx geloofde dat er vooruitgang in de geschiedenis zat, dat die vooruitgang kenbaar was, en dat daar een moreel aspect aan zat; de wereld bewoog richting een betere maatschappij. Nu wordt met een beroep op morele vooruitgang een aanpassing in een museum gedaan, en dus is dat bewijs van marxistische invloed.

Deze redenering is kul. Lukkassen redeneert als volgt:

  1. Marxisten geloven in morele vooruitgang.
  2. Hier zie ik een groep die blijk geeft van geloof in morele vooruitgang,
  3. Dus moeten zij marxisten zijn.

Deze redenering is van het niveau:

  1. Als het regent, wordt mijn haar nat.
  2. Mijn haar wordt nat,
  3. Dus het regent.

Dit heet bevestiging van het consequent, en het is de meest elementaire redeneerfout die er bestaat, eentje die in ieder college logica aan bod komt. Laat ik hem even invullen voor dit concrete geval: marxisten geloven in vooruitgang, dus als je in vooruitgang gelooft, ben je een marxist.

Deze vorm van redeneren is ongeldig omdat een gevolg meerdere oorzaken kan hebben, en je dus niet aan een gevolg kunt zien welke oorzaak er achter ligt. Je kunt ook nat haar hebben omdat je net uit de douche komt. Mensen kunnen ook om andere redenen dan dat ze marxist zijn in vooruitgang geloven. En dat is precies wat hier aan de hand is.

Even een geschiedenislesje: het idee dat er zoiets bestaat als vooruitgang is een relatief moderne gedachte; het overgrote deel van de geschiedenis geloofde men in een essentieel statische wereld. Dat veranderde in de achttiende eeuw, toen men in de mogelijkheid tot morele, economische en sociale verbetering van de mens begon te geloven. Dit geloof werd breed gedeeld onder de intellectuelen van de Verlichting, zoals de Franse encyclopedisten, en de Schotten David Hume en Adam Smith.

Waar men het over oneens was, was hoe die vooruitgang aangejaagd werd, en of het een noodzakelijkheid of alleen een mogelijkheid was. Had de geschiedenis een motor, en zo ja, wat was die? Hier waren verschillende antwoorden op, waarvan er twee relevant zijn voor deze discussie.

Allereerst: de Duitse filosoof G.W.F. Hegel geloofde dat vooruitgang vooral door verbetering van ideeën en instituties ging. Historische vooruitgang was een proces dat gedreven werd door conflict: ideeën strijden tegen elkaar, en worden daardoor vervangen door betere ideeën. Dit proces noemen we dialectiek.

Nu komen we aan bij Karl Marx. Marx pakte Hegel’s redenering, maar stelde materiële omstandigheden centraal in plaats van ideeën. Conflict tussen bezitters en bezitslozen was volgens Marx de drijvende factor in de geschiedenis. Vandaar dat het eerste hoofdstuk van het communistisch manifest ook begint met de beroemde stelling: “De geschiedenis van iedere maatschappij tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd.” Essentieel in deze manier van denken is ook dat vooruitgang onvermijdelijk is: de wereld wordt geregeerd door een stelsel historische wetten, en de werking van die wetten willen tegenhouden is net zo onzinnig als tegen zwaartekracht zijn.

Omdat Marx de dialectiek inbedde in een materialistische filosofie worden zijn ideeën ook wel dialectisch materialisme genoemd. In deze manier van denken nemen ideeën en ideologie een ondergeschikte rol in: zij zijn vooral een rookgordijn dat de machtigen opwerpen om hun ondergeschikten ervan te weerhouden hun wereldhistorische missie te vervullen.

Nu terug naar Maurits: er zijn dus meerdere oorzaken waarom mensen vooruitgangsgeloof kunnen aanhangen. Marxist zijn is er een van, maar het idee van vooruitgang wordt gedeeld door iedere stroming die zich op de Verlichting beroept. Er zijn dus meer dan genoeg alternatieven voor de verklaring die Lukkassen poneert. En dat is de kern van Lukkassen’s zeperd: hij begrijpt zo weinig van de westerse ideeëngeschiedenis dat hij achter iedere boom een marxist ziet.

En dat marxisme niet eens de meest waarschijnlijke reden waarom mensen die buste wilden verplaatsen, lijkt mij evident. Hoewel je vast bij clubs als de Internationale Socialisten nog hier en daar iemand kunt vinden die in het marxisme gelooft, lijkt het me onwaarschijnlijk dat de meerderheid van de mensen die iets aan zo’n standbeeld willen veranderen dat willen doen omdat zij geloven dat ze gedreven worden door de dialectiek tussen kapitaal en arbeid.

Vooruitgang is tegenwoordig een breed geaccepteerd en weinig controversieel begrip. Als je het mensen zou vragen, dan zouden ze waarschijnlijk eerder met een antwoord komen dat meer op dat van Hegel lijkt. Dat antwoord zou ongeveer zo kunnen gaan: we willen verheerlijking van slavendrijvers afschaffen, omdat we er nog eens over na gedacht hebben, en achteraf besloten hebben dat slavernij toch eigenlijk fout is. Zo’n antwoord past bij het denken van liberale filosofen, die vooruitgang als mensenwerk zagen.

Wat is de functie van deze redeneerfout? Ik kan natuurlijk niet in Lukkassen’s hoofd kijken, maar ik kan wel opmerken dat het hem retorisch verdomde goed uit komt om zijn tegenstanders van marxisme te beschuldigen. Het vertraagt de discussie, en leidt af van waar het werkelijk over gaat. Immers, als iedereen die tegen zo’n buste is zich eerst moet verantwoorden voor de miljoenen doden van Mao en Stalin, dan is de ophef overgewaaid en blijft het standbeeld staan waar het staat.

Ik zal dan ook niet in gaan op Lukkassen’s nogal rammelende begrip van het marxisme, want dan geven we hem precies wat hij wil, namelijk dat de discussie daar over gaat. Laat ik volstaan met een drietal opmerkingen om aan te tonen dat Lukkassen’s feitenkennis evenzeer rammelt als zijn redeneringen.

Allereerst: in tegenstelling tot wat Lukkassen beweert, geloofde Marx niet dat iedere periode van de geschiedenis bestond uit ‘kapitalistische afhankelijkheidsrelaties’. Afhankelijk van de definitie was het kapitalisme in de tijd van Marx pas een eeuw of twee oud! Vandaar dat het ook niet onredelijk was om te geloven dat het snel voorbij zou gaan: een fenomeen dat de maatschappij zo intens veranderde moest zichzelf wel in korte tijd opbranden.

Ten tweede: wie gelooft dat marxisten de geschiedenis als iets intrinsiek negatiefs zien, heeft nog nooit een marxistisch geschiedenisboek gelezen (ik kan die van Eric Hobsbawm aanraden).

Als laatste: voor Marx was waarheid geen ‘sociaal construct’. Quite the opposite: hij was juist op zoek naar de wetten van de geschiedenis! Hoe deze uitspraak zich verhoudt tot Lukkassen’s eerdere bewering dat Marx ‘meent de geschiedenis van de mensheid te kunnen vatten in wetmatigheden analoog aan de natuurwetenschap’ (die wel correct is) wordt niet duidelijk.

De klok die Lukkassen hier heeft horen luiden is dat Marx geloofde dat de waarheden die anderen verkondigden sociale constructies waren. Dat laatste is belangrijk, omdat het laat zien dat Lukkassen het verschil tussen moderne denkers en postmoderne denkers niet begrijpt. Een moderne denker zoals Marx gelooft dat er een kenbare waarheid is, een postmoderne denker gelooft alleen narratieven. In dit misverstand is Lukkassen overigens niet alleen: de stroming waar hij deel van uitmaakt begaat in z’n geheel dezelfde fout.

Het werk van Lukkassen geeft dus blijk van de meest elementaire redeneerfouten, gecombineerd met gebrek aan basale feitenkennis over de onderwerpen waar hij over schrijft. En van theologie blijkt hij ook al geen verstand te hebben.

Wil u meer van mij lezen? Steun mij dan via Patreon. Donaties komen de site ten goede.

1 Comment on "De blunders van Sid Lukkassen"

  1. karel plasmans | February 5, 2018 at 12:36 pm | Reply

    Ik vermoed dat Lukkassen cultuur marxisten bedoelde.
    Dat zijn mensen die vindenn dat wij rijk zijn omdat wij derde wereld landen hebben leeggeroofd, en dat wij daarom elke migrant uit een arm land moeten verwelkomen.
    Waarom iemand geïnteresseerd is in de warhoofderij van Marx, ik zou het niet weten.
    Het boeiende aan Marx is dat Das Kapital een geweldige invloed had, ondanks dat het onleesbaar is.
    Ook de bijbel, Koran en Mein Kampf, niemand las ze, maar iedereen meent te weten wat er in staat.
    In Mein Kampf staat dus niets over genocide, en ook niet over oorlog.
    Het is een slaapverwekkend boek.
    Daarentegen is het oude testament niet veel anders dan moord, genocide en ethnische zuivering, plus homo haat.

Leave a Reply to karel plasmans Cancel reply

Your email address will not be published.


*